Proefschrift: ‘Verboden beschikkingen’ in het erfrecht

Proefschrift: ‘Verboden beschikkingen’ in het erfrecht

Deze dissertatie richt zich op de ‘verboden beschikkingen’. Op grond van artt. 4:57-62 BW mogen enkele specifieke groepen van personen onder omstandigheden geen voordeel genieten uit iemands uiterste wilsbeschikking(en). De term ‘verboden’ wekt de indruk dat het niet toegestaan is om de uitgesloten personen bij uiterste wil te bevoordelen. Zo absoluut als het verbod klinkt, is het echter niet. Primair zijn de verboden beschikkingen gericht op de bescherming van kwetsbare testateurs. Daarnaast beogen zij het nadeel te ecarteren dat voor erfgenamen uit ongeoorloofde beïnvloeding van testateurs voortvloeit.
Omdat men de verboden beschikkingen moet bezien tegen de achtergrond van het leerstuk ‘misbruik van omstandigheden’ (art. 4:43 lid 1 BW), wordt ook uitgebreid ingegaan op die materie. Verder wordt aandacht besteed aan de verhouding tot de notariële praktijk.