GI heeft geen advocaat nodig om verweer te kunnen voeren als voogd
Art. 1:283 BW bepaalt dat de verzoeken die de GI, bedoeld in art. 1.1 Jeugdwet, dan wel de rechtspersoon, bedoeld in art. 1:302 lid 2 BW, in verband met de uitoefening van de voogdij tot de rechter richt, kunnen worden ingediend zonder advocaat en kosteloos worden behandeld.
Gelet op de wetshistorische achtergrond en art. 1:265k BW moet deze bepaling zo worden uitgelegd dat de vrijstelling van verplichte procesvertegenwoordiging ook geldt voor de indiening van een verweerschrift.