Geen pgb voor hulp door inwonende zoon: gebruikelijke hulp

Geen pgb voor hulp door inwonende zoon: gebruikelijke hulp

De rechtbank Zeeland-West-Brabant bevestigt dat het college van Roosendaal terecht een aanvraag voor een persoonsgebonden budget heeft afgewezen. De gevraagde ondersteuning – hulp bij huishoudelijke taken, ziekenhuisbezoek, boodschappen en wandelen – valt volgens de rechtbank onder gebruikelijke hulp.
De aanvrager woont samen met zijn zieke echtgenote en twee volwassen zoons. Hij wilde een pgb om één van zijn zoons hiervoor te betalen. Volgens het college en de rechtbank mag deze hulp redelijkerwijs van een volwassen, inwonend kind worden verwacht. Er is geen sprake van medische overbelasting of belemmering bij de zoon.
De rechtbank verwerpt het beroep op de gezondheidstoestand van de ouders. Die rechtvaardigt op zichzelf geen pgb als de gevraagde hulp past binnen de gebruikelijke rolverdeling in een huishouden. De verwijzing naar eerdere CRvB-uitspraken uit 2017 en 2021 leidt niet tot een ander oordeel. Het beroep is ongegrond. Er volgt geen vergoeding van griffierecht of proceskosten.