Rechter zet streep door 36-urige werkweek als norm voor vaststelling tarieven ggz-zorgverleners
De rechter stelde de landelijke vereniging van vrijgevestigde psychologen en psychotherapeuten (LVVP) in het gelijk in een rechtszaak tegen de NZa over maximumtarieven voor 2026. Centraal stond de wijze waarop daarbij de Normatieve ArbeidsComponent (NAC) was berekend. De NAC-werktijdfactor van 36 uur per week (en 46 weken per jaar) wordt niet redelijk geacht, omdat aan een praktijkhouder die 36 uur per week werkt bij een totaal van 1.656 uur per jaar een volledige NAC wordt toegekend. Echter, voor een praktijkhouder die hetzelfde aantal uren per jaar werkt maar die uren anders verdeelt, wordt geen volledige NAC gerekend.
De rechterlijke argumentatie lijkt (grotendeels) toegespitst op de specifieke situatie van ggz-praktijkhouders. Het is daarom niet gezegd dat ook andere sectoren die ageren tegen NZa-tariefvaststellingen zich hier met succes op kunnen beroepen.