Is het ‘evident onredelijk’ dat een bestuursorgaan niet terugkomt op opgelegde bestuurlijke boetes, indien uit een latere rechterlijke uitspraak blijkt dat het bestuursorgaan daartoe formeel niet bevoegd was, en de juridische grondslag voor de boete onverbindend is verklaard?
Aanleiding voor deze uitspraak was een groot aantal herzieningsverzoeken die bij een gemeente werden ingediend, nadat dezelfde rechtbank in een eerdere uitspraak de gemeentelijke regeling waarop de boetes waren gebaseerd onverbindend had verklaard en de daarop gebaseerde boetes (in die zaak) had vernietigd.
De vraag was vervolgens hoe moet worden omgegaan met de herzieningsverzoeken die zijn ingediend naar aanleiding van deze eerdere uitspraak. Omdat een rechterlijke uitspraak niet geldt als een ‘nieuw gebleken omstandigheid’ of 'veranderde omstandigheid', mag een bestuursorgaan een dergelijk herzieningsverzoek in de regel afwijzen, tenzij dat evident onredelijk zou zijn.