Een mannelijke sollicitant onderging een psychologisch assessment bij een vrouwelijke psycholoog. Uit geloofsovertuiging schudde hij haar niet de hand. Werkgever ging om die reden niet met hem verder in de procedure. Het College oordeelt dat de werkgever niet voldoende heeft onderbouwd waarom een 'uniforme begroeting' noodzakelijk zou zijn. Werkgever heeft bovendien meerdere medewerkers in dienst die eveneens geen handen schudden met het andere geslacht. Het onderscheid heeft hiermee geen goede reden en is verboden.