Werknemer, senior jurist, kreeg tijdens een voortgangsgesprek met een directeur signalen dat zijn tijdelijke contract verlengd zou gaan worden. Werknemer nam dit gesprek heimelijk op - en zette de geluidsopname in als pressiemiddel, toen bleek dat zijn contract toch níet verlengd werd. De kantonrechter is van oordeel dat de jurist het verloop van het gesprek en de bewoordingen van de directeur mocht opvatten als een toezegging dat zijn dienstverband zou worden voortgezet. Door deze toezegging niet na te komen, handelt werkgever ernstig verwijtbaar en moet een billijke vergoeding betaald worden. Echter, de stiekeme gespreksopname 'getuigt niet van correcte omgangsvormen die een werknemer tegenover een werkgever in acht zou moeten nemen'. Met het inzetten van deze opname als pressiemiddel was geen sprake van goed werknemerschap. De kantonrechter verlaagt daarom de billijke vergoeding met 50%.