Telefonische zitting niet gelijkwaardig aan zitting via videoconferencing

Telefonische zitting niet gelijkwaardig aan zitting via videoconferencing

De Hoge Raad oordeelt dat iemand die niet beschikt over de mogelijkheden van beeldbellen, niet zonder meer hoeft in te stemmen met een zitting via een telefoonverbinding zonder beeld. De Tijdelijke wet COVID-19 maakt het mogelijk voor gerechten om zonder toestemming van partijen een zitting te houden via een beeldverbinding. Uitgangspunt daarbij is dat het onderzoek ter zitting via beeldbellen zo veel mogelijk de fysieke zitting benadert. Dat is niet zo als de zitting wordt gedaan via een reguliere telefoonverbinding.