De regels die voor het bestuursrechtelijke proces gelden, gelden in beginsel ook voor het fiscale proces. Sterker nog, de wet kent niet een van het bestuursproces te onderscheiden fiscaal proces en evenmin een van de bestuursrechter te onderscheiden belastingrechter. Toch zijn dergelijke begrippen in de rechtspraktijk algemeen geaccepteerd en ook met goede reden. Zodra een besluit 'ingevolge de belastingwet' is genomen, gelden op grond van Hoofdstuk V AWR immers bijzondere procesregels. Partijen kunnen zich binnen de procesregels geconfronteerd zien met bewijsnood. De (belasting)rechter heeft verschillende instrumenten om daaraan tegemoet te komen — waaronder het bewijsvermoeden en omkering van de bewijslast. Deze bijdrage biedt een overzicht van de stand van zaken.