Proefschrift: Knelpunten in het levensverzekeringsrecht

Proefschrift: Knelpunten in het levensverzekeringsrecht

Het Nederlandse verzekeringsrecht (titel 7.17 BW) bevat enkele bepalingen die exclusief van toepassing zijn op levensverzekeringen. Qua formulering en qua inhoud wijken deze bepalingen sterk af van de bepalingen in het algemene gedeelte van titel 7.17 BW. Dat leidt tot onduidelijkheden en biedt onvoldoende bescherming aan de bij de levensverzekering betrokken derde-belanghebbenden.
De promovenda richt zich onder meer op de verjaringsregeling van artikel 7:985 BW. Op grond van dit artikel begint de verjaringstermijn van een rechtsvordering tot het doen van een uitkering te lopen op het moment dat de uitkering uit de levensverzekering opeisbaar is geworden. In het algemene deel van titel 7.17 BW (artikel 7:942 BW) heeft de wetgever evenwel voor een ander aanvangsmoment van de verjaringstermijn gekozen, namelijk het moment waarop de begunstigde bekend is geworden met de opeisbaarheid van de uitkering. Dit past beter bij een levensverzekeringsovereenkomst.