Deze zaak draaide om de aankoop van een woning voor Afl. 1.349.240, bedoeld voor short-term vacation rentals. Volgens de processtukken had de koper dit doel nadrukkelijk met de makelaar besproken. De makelaar bevestigde destijds dat de woning geschikt was voor vakantieverhuur en wees zelfs op een geschatte opbrengst van “circa US $ 500 per nacht”. Kort na de aankoop bleek echter dat het pand zich bevond in een “woongebied met waarden” – een door de Ruimtelijke Ontwikkelingsverordening beschermd gebied waar verblijfsrecreatieve verhuur niet is toegestaan. De bank die de financiering moest verstrekken, weigerde daarop verdere goedkeuring.
Het Gerecht oordeelt dat de makelaar haar zorgplicht had geschonden door onjuiste en misleidende informatie te verschaffen.