Finale verrekenplicht huwelijkse voorwaarden: reikwijdte bewijsvermoeden
Indien in huwelijkse voorwaarden een periodiek verrekenbeding is opgenomen waaraan tijdens het huwelijk geen uitvoering is gegeven, dan wordt de periodieke verrekenplicht op de voet van artikel 1:141 leden 1 en 2 BW omgezet in een finale verrekenplicht.
Het bewijsvermoeden van artikel 1:141 lid 3 BW ziet uitsluitend op de vraag of het aanwezige vermogen al dan niet gefinancierd is uit hetgeen verrekend had moeten worden. Voor de vaststelling van de omvang van het te verrekenen vermogen op de peildatum gelden de gewone regels van stelplicht en bewijslast.