Stilzwijgende overeenkomst ter voldoening van kosten van huishouding
Vonnis ter afwikkeling huwelijksvermogens en samenleving. Partijen zijn na hun echtscheiding blijven samenwonen en hebben daarna een samenlevingsovereenkomst gesloten.
Man vordert in de periode van 1981-2023 in totaal € 374.960 aan vaste lasten heeft betaald (gas, water, licht, verzekeringen, telefoon, gemeentelijke belastingen etc.) en vordert de helft van dit bedrag à € 187.480 van de vrouw.
De vrouw betwist dit vergoedingsrecht. Volgens haar gold tussen partijen de afspraak dat de man de vaste lasten zou betalen en de vrouw de overige zaken. In elk geval gold deze (stilzwijgende) overeenkomst tot 1994, toen partijen de samenlevingsovereenkomst getekend hebben. Nadien hebben partijen, gelet op hun feitelijke gedrag, de samenlevingsovereenkomst dienovereenkomstig uitgelegd. De man heeft geen recht op vergoeding.