Bijzondere omstandigheden in het licht van het klachtrecht van een nabestaande
Conform vaste jurisprudentie van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg is het niet de taak van de tuchtrechter om, in een zaak waarin een naaste van een overleden patiënt een klacht indient, ambtshalve te onderzoeken of deze de wil van de overleden patiënt vertegenwoordigt.
De tuchtrechtelijke jurisprudentie van de afgelopen vijf jaar is marginaal, daar waar het zaken betreft waarin bijzondere omstandigheden zijn vastgesteld die leiden tot het oordeel dat klager met het voeren van de procedure niet de wil van de overledene vertegenwoordigt. In de meeste gevallen is sprake van een verschil van inzicht binnen een familie op basis waarvan die conclusie kan worden getrokken.