Moeten artsen informatie delen met de Raad voor de Kinderbescherming?
Een tuchtuitspraak over het handelen van een gz-psycholoog die als deskundige optrad bij het verstrekken van informatie aan de Raad voor de Kinderbescherming. Het afwegingskader voor het doorbreken van de geheimhoudingsplicht maakt vooral duidelijk dat het niet Kinderbescherming is die bepaalt of de uitvoering van diens taak het verstrekken van informatie noodzakelijk maakt, maar de hulpverlener zelf. Het enkele verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming impliceert dus nog niet dat tot het verstrekken van de gevraagde informatie moet worden overgegaan.