Stemt kleine fout in combinatie met zelfreflectie de tuchtrechter mild?

Stemt kleine fout in combinatie met zelfreflectie de tuchtrechter mild?

Deze tuchtuitspraak laat allereerst zien, dat het voor de tuchtrechter moeilijk is om een bejegeningsklacht te beoordelen als de visies van de patiënte en de behandelaar diametraal tegenover elkaar staan. Wil een bejegeningsklacht kans van slagen hebben, dan zal er hetzij bijkomend bewijs door de klagende patiënt(e) moeten worden bijgebracht hetzij aan de betrouwbaarheid van de lezing van de verwerend arts moeten worden getwijfeld. Doet geen van beide opties zich voor, dan zal de tuchtrechter de klacht wegens gebrek aan feitelijke grondslag niet gegrond kunnen verklaren. Verder laat deze uitspraak zien dat wanneer een arts kan aantonen dat hij/zij voldoende de tijd heeft genomen om naar eventuele onvrede of klachten van de patiënt te luisteren, zich reflectief opstelt en aangeeft de kritiek als opbouwend te zien voor toekomstige verbetering van zorg, de tuchtrechter dit laat meewegen bij de beoordeling van een klacht. Het tuchtrecht heeft immers als doel het bewaken en bevorderen van de kwaliteit van zorg. Als de tuchtrechter ziet dat (ook) de beklaagde hulpverlener hier oog voor heeft, zal niet ieder foutje hem of haar worden aangerekend. Wijsheid is immers het vermogen kennis te aanvaarden.