Zonnepark heeft substantieel karakter en is een mer-beoordelingsplichtig landinrichtingsproject
In eerdere uitspraken heeft de Afdeling uitleg gegeven over wat verstaan moet worden onder de term 'landinrichtingsproject' in de zin van de mer-regelgeving. Daaruit kan worden geconcludeerd dat de invulling van dit begrip casuistisch is.
De onderhavige zaak draaide om een bestemmingsplan en een omgevingsvergunning die een zonnepark in Lienden mogelijk maken. Het park omvat 35 hectare waarvan 23 zijn bestemd voor de zonnepanelen. Binnen het plangebied worden landschappelijke maatregelen getroffen om het zicht op de zonnepanelen te ontnemen. De Afdeling is van oordeel dat de oppervlakte van het project in combinatie met de landschappelijke maatregelen maken dat er sprake is van een landinrichtingsproject in de zin van categorie D-9 van de bijlage bij het voormalige Besluit mer (thans onderdeel J-12 van bijlage V bij het Omgevingsbesluit). Dit vanwege het substantiele karakter (zie r.o. 9.1).