Kinderopvangovereenkomst: is een opzegtermijn en vergoeding bij voortijdige opzegging toegestaan?

Kinderopvangovereenkomst: is een opzegtermijn en vergoeding bij voortijdige opzegging toegestaan?

In antwoord op prejudiciële vragen oordeelt de HR dat een overeenkomst tot bedrijfsmatige kinderopvang kwalificeert als een opdrachtovereenkomst. Art. 7:408, 7:411 en 7:413 BW staan er niet aan in de weg dat de consument-opdrachtgever een opzegtermijn van maximaal een maand in acht moet nemen om de overeenkomst voortijdig te beëindigen. Tijdens die opzegtermijn is de consument-opdrachtgever de overeengekomen vergoeding verschuldigd (en blijft het recht op kinderopvang behouden). Indien een overeenkomst tot kinderopvang binnen een maand voor de aanvang daarvan wordt geannuleerd, heeft de annulering vanuit praktisch oogpunt te gelden als een opzegging op de aanvangsdatum. Indien echter ten minste een maand voor de aanvangsdatum wordt geannuleerd, dan mag de opdrachtgever alleen onkosten in rekening brengen die voorafgaand aan de aanvangsdatum zijn gemaakt en verbonden zijn aan de uitvoering van de opdracht. Een beding in algemene voorwaarden ten nadele van de consument-opdrachtgever dat afwijkt van art. 7:408 en 7:411 BW wordt als onredelijk bezwarend aangemerkt in de zin van art. 6:233 BW en daarmee als oneerlijk in de zin van de Richtlijn oneerlijke bedingen. De rechter moet, zo nodig ambtshalve, zo'n beding buiten toepassing laten en mag de overeenkomst niet aanvullen met een ander beding.