Te vroeg starten aandeelhoudersvergadering maakt een besluit niet nietig - maar vernietigbaar
In deze zaak konden twee aandeelhouders niet aan besluitvorming over een besluit tot statutenwijziging deelnemen omdat de aandeelhoudersvergadering te vroeg was begonnen. De Hoge Raad stelt voorop dat besluitvorming door een orgaan van een rechtspersoon vereist dat iedereen die vergader- of stemrecht of een raadgevende stem gelegenheid heeft gekregen aan het overleg en de besluitvorming deel te nemen. Het handelen in strijd met deze norm, zoals het te vroeg starten van de vergadering, is in strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van besluiten regelen in de zin van artikel 2:15 lid 1, aanhef en onder a, BW. Op grond van deze bepaling is dus slechts van vernietigbaarheid van het besluit sprake in plaats van de nietigheid daarvan. Dit onderscheid was in deze zaak relevant omdat de vervaltermijn om vernietiging te vorderen was verstreken (art. 2:15 lid 5 BW).