Hoge Raad over verjaring en geval van zuivere rechtsdwaling

Hoge Raad over verjaring en geval van zuivere rechtsdwaling

De Hoge Raad oordeelde over hetgeen nodig is voor het aanvangen van de verjaring van een rechtsvordering tot vernietiging van een (lease)overeenkomst ex artikel 3:52 BW. In casu wist de echtgenoot wier toestemming ex artikel 1:88 BW vereist was voor het aangaan van een effectenleaseovereenkomst niet dat deze gesloten was. Belet onbekendheid met de bevoegdheid om een overeenkomst te vernietigen artikel 1:89 BW dat de verjaringstermijn van artikel 3:52 lid 1, aanhef en letter d, BW begint te lopen?