Hoe bewijs je uit het ongerijmde?
In de onderhavige zaak stond de vraag centraal of een belanghebbende kon bewijzen dat hij in Zwitserland woonde. De belanghebbende meende echter dat hij dit niet hoefde te bewijzen—wat hij beargumenteerde met een reductio ad absurdum. Waarom slaagt een dergelijk bewijs uit het ongerijmde niet?