Burgemeester mocht notariskantoor niet sluiten
De burgemeester in deze zaak sloot een notariskantoor. Uit politierapportages was gebleken dat het kantoor criminele activiteiten faciliteerde. Hierdoor bestond volgens de burgemeester gevaar voor de openbare orde.
De rechtbank oordeelde dat de burgemeester niet bevoegd was tot de sluiting, nu niet was gebleken dat in of rondom het kantoorpand sprake was van een verstoring van de openbare orde, of dat het kantoor een “actuele dreiging vormde voor de ordelijke gang van zaken”. Bovendien was de notaris al tuchtrechtelijk geschorst en bleek niet dat zijn medewerkers (ook) betrokken waren bij criminele activiteiten.
De burgemeester stelde hoger beroep in. Volgens hem was voor zijn bevoegdheid niet vereist dat de openbare orde daadwerkelijk wordt verstoord, maar is voldoende dat gedragingen een gevaar voor de openbare orde opleveren.
De Afdeling volgt de burgemeester hierin niet.