Exploitant horecabedrijf van slecht levensgedrag?
De motivering van het oordeel dat een exploitant van een horecabedrijf van slecht levensgedrag is, dient aan voorwaarden te voldoen. Als geen sprake is van een wettelijke regeling, beleidsregel of beleidsstuk waarin is gespecificeerd wat slecht levensgedrag is, wordt het toetsingskader gevormd door de uitspraak van de Raad van State van 25 mei 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:1493).
Uit die uitspraak volgt, dat moet worden gemotiveerd:
i) waarom de concrete feiten en omstandigheden die leiden tot het oordeel ‘slecht levensgedrag’ relevant zijn voor (i.c.) de exploitatie van een horecabedrijf,
ii) hoe een betrokkene vooraf had kunnen weten dat hij gelet op de concrete feiten en omstandigheden niet van slecht levensgedrag mocht zijn en dit ook evident is en
iii) waarom de concrete feiten en omstandigheden niet gering zijn en ondanks tijdsverloop nog steeds iets zeggen over de betrouwbaarheid van een betrokkene.
Met de rechtbank is de Afdeling in de onderhavige uitspraak van oordeel dat de burgemeester in kwestie niet aan de eerste twee voorwaarden had voldaan - en de exploitatievergunningaanvraag dientengevolge ten onrechte was geweigerd.