Hoge Raad over gezondheid en welzijn van getuigen in strafzaken

Hoge Raad over gezondheid en welzijn van getuigen in strafzaken

Op grond van artikel 288 lid 1 onder b Sv kan de rechter van het verhoor van een niet verschenen getuige afzien, indien het gegronde vermoeden bestaat dat de gezondheid of het welzijn van de getuige door het afleggen van een verklaring ter terechtzitting in gevaar wordt gebracht en het voorkomen van dit gevaar zwaarder weegt dan het belang om de getuige ter terechtzitting te kunnen ondervragen. De vraag of dat gegronde vermoeden bestaat, dient te worden beantwoord tegen de achtergrond van het in artikel 6 EVRM gegarandeerde recht van de verdachte op een eerlijk proces.