Hoge Raad over bewijs van het 'maken van een gewoonte' van een misdrijf

Hoge Raad over bewijs van het 'maken van een gewoonte' van een misdrijf

Het maken van een 'gewoonte' fungeert soms als wettelijke strafverzwaringsgrond, in de vorm van een extra bestanddeel of als bijzondere strafbepaling. Of een meervoud aan gedragingen kan worden gekwalificeerd als het maken van een 'gewoonte', hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Onder meer kan betekenis toekomen aan de aard van de gedragingen en de omstandigheden waaronder deze zijn verricht, alsmede aan het aantal gedragingen en het tijdsbestek waarbinnen deze zich hebben afgespeeld. Daarbij geldt niet de eis dat wordt vastgesteld dat de verdachte 'de neiging' had om zich telkens weer schuldig te maken aan het misdrijf, of dat die gedragingen zich met een bepaalde minimumfrequentie hebben voorgedaan.