Meer ruimte voor het gebruik van zwijgen in de bewijsconstructie?

Meer ruimte voor het gebruik van zwijgen in de bewijsconstructie?

Het in artikel 29 Sv neergelegde zwijgrecht van de verdachte is een fundamenteel recht. Toch is dit recht niet absoluut. Dit volgt reeds uit de in 1996 door het EHRM gewezen uitspraak in de Murray-zaak. Ook de Hoge Raad oordeelde in 1997 (in het Strippenkaartarrest) dat de rechter het zwijgen van de verdachte onder voorwaarden in de bewijsoverwegingen kan betrekken. Door verschillende auteurs wordt geopperd dat heden ten dage meer ruimte bestaat voor het gebruik van het zwijgen in de bewijsconstructie — en dat het zwijgen meer gewicht toegedicht wordt.