Conclusies A-G HR over inzet van criminele burgerinfiltranten

Conclusies A-G HR over inzet van criminele burgerinfiltranten

In cassatie wordt in de onderhavige zaken (onder meer) geklaagd over het oordeel van het hof over de inzet en betrouwbaarheid van deze criminele burgerinfiltrant. De AG geeft in één van de conclusies (ECLI:NL:PHR:2025:705) uitgebreid weer welke eisen volgens haar gelden voor en tijdens de inzet van een criminele burgerinfiltratie, gelet op de totstandkomingsgeschiedenis van art. 126w Sv en de daaropvolgende politieke en juridische ontwikkelingen. In de tweede zaak (ECLI:NL:PHR:2025:706) besteedt de AG bijzondere aandacht aan de betekenis voor het OM en de rechter van de naar aanleiding van de behandeling van de Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden aangenomen motie-Kalsbeek. In die motie had de Tweede Kamer een verbod op de inzet van criminele burgerinfiltranten uitgesproken. Daarnaast gaat de AG in op de betekenis van de later door de Tweede Kamer aangenomen motie-Recourt, waarmee juist een beperkte inzet van de criminele burgerinfiltrant mogelijk werd.