Wetsvoorstel herziening voorwaardelijke veroordeling en invrijheidstelling
Selectiviteit en differentiatie in de tenuitvoerlegging van sancties vormen de de kern van dit wetsvoorstel. De aard van de sanctie en de wijze van tenuitvoerleggen, dienen sterker te zijn toegesneden op de aard van het delict en de persoon van de dader.
Voor het verminderen van recidive is gedragsverandering noodzakelijk. Veel veroordeelden zitten korter dan twee maanden in detentie. Dit is te kort om een gedragsverandering te bereiken. Een voorwaardelijke straf biedt daarvoor, door de proeftijd, meer ruimte. De regering zet daarom in op het stimuleren van het gebruik van een tiental bijzondere voorwaarden (zoals herstel van veroorzaakte schade, contactverbod, locatieverbod, meldplicht en begeleid wonen) en op intensivering van het reclasseringstoezicht.