Technologie hakt juristenmarkt in stukken

Technologie hakt juristenmarkt in stukken

Het einde van de juristen nadert, stelde Richard Susskind inmiddels alweer 6 jaar geleden. Met name de opkomst van informatietechnologie gaat het juridische vak de nek omdraaien. Althans, bepaalde onderdelen ervan zullen drastisch veranderen. Op het moment dat ik het boek The End of Lawyers las, dacht ik, 'Dat loopt zo'n vaart niet.' Ik heb dat vaker gehoord en gelezen. Vooral in de tijd dat er in dit land op alle juridische faculteiten zogenoemde rechtsinformatici rondliepen. Informatici die het recht wel even zouden automatiseren. Advocaten, notarissen en zelfs rechters zouden simpelweg 'in de computer' gestopt worden en op zoek moeten naar ander werk.

Juridische diensten een commodity
Helaas voor de dames en heren automatiseerders bleek de praktijk weerbarstig, met als gevolg dat er vandaag de dag zelfs met een goede lamp bijna geen rechtsinformaticus meer te vinden is. En de dames en heren juristen zitten niet 'in de computer'. Ze gebruiken de computer wel. Zelfs meer dan ooit tevoren. Er is dus wel iets veranderd. En er lijkt nog meer op stapel te staan.

De door Susskind geschetste contouren lijken namelijk langzamerhand toch zichtbaar te worden. Kleine deeltjes van het recht, van de juridische dienstverlening, verworden langzaam tot commodities, tot producten die simpelweg van de plank gehaald kunnen worden en veel minder diepgravende juridische kennis vereisen. Het logische gevolg is dat het juridische veld aan deze vorm van dienstverlening niet meer zo veel kan en zal verdienen. Voor een hardcore jurist zal het bovendien niet leuk zijn om zich bezig te houden met dit type van dienstverlening. Het is juridisch-inhoudelijk geen uitdaging. Het is nuttig werk dat prima gedaan kan worden door mensen met een lagere opleiding dan een universitaire. Er zou dus wel eens een tweedeling kunnen gaan ontstaan in de juristerij.

Tweedeling in notariaat (en advocatuur)
Volgens Ritzo Holtman van Holtman notarissen is deze tweedeling voor het notariaat zelfs onvermijdelijk. De notariële markt zal gaan bestaan uit verstrekkers van standaard (administratieve) diensten en creatieve notarissen die diensten op maat leveren. De volgende vraag die dan opdoemt, is: kunnen deze twee dienstverleners onder één dak actief zijn en onder één naam opereren? Waarom niet? Een cliënt komt binnen, voert aan de balie een intakegesprek en gaat vervolgens linksaf voor de standaarddienst of rechtsaf voor de juridische dienst op maat. Gezien het feit dat ook steeds meer juridische informatie vrij toegankelijk is, zal de consument, net als de moderne patiënt die bij de huisarts komt, zich verdiept hebben in zijn casus waardoor de verwijzing naar de juiste dienstverlener wellicht niet eens zo ingewikkeld is. En mocht blijken dat de verwijzing niet correct is, dan kan de consument snel verkassen naar het juiste loket. Dat zit immers in hetzelfde pand. Een zelfde structuur zou te zijner tijd dan misschien eveneens bij de advocatuur ingevoerd kunnen worden, want ook daar lijkt technologie voor een tweedeling te zorgen.

Geen goedkope en dure juridische diensten onder één dak
Is zo'n organisatiedeling verstandig? Hoogleraar Rob van Otterlo is geen voorstander van een juridische entiteit waarbij onder één dak dure en goedkope akten worden aangeboden. Het staat de herkenbaarheid van een kantoor in de weg. Hij vindt dat een kantoor moet concurreren op kwaliteit en reputatie en dat wordt een lastig verhaal binnen één organisatie. De Bijenkorf en de HEMA zullen ook nooit een BIJMA worden. En ook H&M verkoopt de betere kleding ook liever in een aparte winkel dan in een exclusieve hoek in een gewone H&M vestiging.

Belehrung
Het onder één dak aanbieden van goedkope en dure notarisdiensten roept ook vragen op over Belehrungsplicht. Moet een notaris ook bij door een klerk afgesloten standaardaktes zich ervan vergewissen dat de betrokken partijen de gevolgen van de door hen beoogde rechtshandeling overzien? Dan wordt zo'n akte alsnog snel duurder en lijkt het lastig concurreren met partijen die goedkope aktes aanbieden en zich niet aan een Belehrungspflicht houden. Dat zou ook een goede reden kunnen zijn om goedkope en dure diensten niet beiden te willen aanbieden. Een zelfde soort redenering zou gevolgd kunnen worden ten aanzien van de zorgplicht in de advocatuur in relatie tot goedkope standaarddiensten.

Nieuwe broederschap en orde voor toezicht op goedkope diensten?
Feit blijft wel dat consumenten zich bij zowel goedkope als dure juristen vervoegen voor belangrijke kwesties waarbij soms ook aanzienlijke belangen mee gemoeid zijn. Dat vraagt wel om toezicht. Duur toezicht en goedkoop toezicht? Als het aan de eerder genoemde Ritzo Holtman ligt wel. 'Nu groeien de notarissen binnen de KNB uit elkaar en de KNB lijkt niet in staat beide partijen te kunnen bedienen.' Ik zie het al voor me, de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie en een KNB 3.0 en te zijner tijd ook een NOVA 3.0 naast de Nederlandse Orde van Advocaten.

En om dan terug te keren bij Susskind. Houden juristen—advocaten en notarissen—en de juridische dienstverlening op te bestaan? Nee, natuurlijk niet, maar het wordt wel anders, heel anders!