Column: Disruptive recht

Column: Disruptive recht

Als ik een auto nodig heb, dan surf ik naar Greenwheels.nl en reserveer één van de vele rood-groene auto's die bij mij in de buurt staan. Er is er altijd wel één beschikbaar, de tank zit bijna altijd vol, de auto is schoon en wordt ongetwijfeld goed onderhouden. Bovendien heb ik bij terugkeer altijd een parkeerplek. Waarom zou iemand nog een eigen auto nemen? Een variant op het autodelen is de taxidienst Uber waarmee autobezitters in feite hun eigen auto delen met mensen die behoefte hebben om van A naar B te gaan. Heel wat anders, maar ook heel handig is Airbnb. Zo verbleef ik de afgelopen zomer twee keer in een fantastisch huis van mensen die zelf op vakantie waren. De e-books die ik in die huizen heb gelezen, heb ik op TomKabinet gezet. Ik weet niet of u wel eens een boek twee keer leest? Ik zelden of nooit, dus wat moet ik er daarna nog mee? Allemaal digitale ballast.

Ophef over disruptieve initiatieven
Prachtig, deze nieuwe initiatieven, maar wel enigszins disruptief. Natuurlijk, het eerste deelvoorbeeld heeft tot weinig ophef geleid. Misschien dat een enkele autobezitter vindt dat er wel heel veel van die rood-groene auto's in Nederland verschijnen en dus parkeerplekken inpikken. Dit betekent echter ook dat er waarschijnlijk veel mensen zijn die hun (tweede) auto weg doen en zo ruimte creëren voor degenen die geen afstand kunnen nemen van hun heilige koe. Dus dat is alleen maar mooi.

De andere voorbeelden zorgen stuk voor stuk voor ophef—en die wordt vooral veroorzaakt door partijen die hun business model onderuit gehaald zien worden. De taxi-branche sputtert over Uber omdat zij hun business ziet verdampen. De hotels sputteren omdat zij zich aan allerlei regels moeten houden en verhuurders van Airbnb-huizen niet. De uitgevers sputteren omdat het met een dienst als TomKabinet ineens wel heel makkelijk is geworden om je boeken na het lezen van de hand te doen en dat moet natuurlijk ten koste van de omzet gaan.

En dan komt de voorzitter van het CNV ook nog eens voorbij. Deze stelt dat er nieuwe regelgeving gemaakt moet worden inzake de deeleconomie. De deeleconomie zou de huidige maatschappelijke voorzieningen, zoals het sociale vangnet en de WW, onder druk zetten.

Regels voor disruptieve ontwikkelingen indien echt noodzakelijk
Tja, of dat laatste waar is weet ik niet, maar ik heb zo mijn twijfels. Ik sluit me vooralsnog aan bij het kamp dat stelt dat er misschien wel eens iets geregeld moet worden als gevolg van de introductie van een product of dienst, maar alleen indien echt noodzakelijk. Dat moet het uitgangspunt zijn. Zo vraagt advocaat Boris Kocken zich in het NJB af waarom een particulier die met de eigen auto een andere particulier tegen betaling van A naar B brengt, moet beschikken over een taxivergunning. Is hier wel sprake van een vorm van dienstverlening waaraan door de overheid eisen moeten worden gesteld? Waar ligt de grens? Het lijkt me logisch dat Tom Kabinet alleen maar die boeken mag verkopen als de eerste koper deze daadwerkelijk heeft verwijderd van zijn eigen e-reader en dus niet ook bij anderen te koop kan aanbieden. Dat moet dus op een of andere manier geverifieerd worden en in algemene voorwaarden duidelijk gemaakt worden. Ik krijg echter jeuk als ik lees dat minister Plasterk zegt, 'Als mensen voor elkaar koken, mag je ervan uitgaan dat ze een zeker niveau van hygiëne in acht nemen. Daar stuur je niet meteen de Voedsel- en Warenautoriteit op af.' De woorden 'niet meteen' lijken niet uit te sluiten dat het ooit gaat gebeuren. De thuiskoks die maaltijden delen met de buurt zijn bij deze alvast gewaarschuwd. Misschien alvast maar een keer de hygiëne-regels voor de horeca doornemen?

Laten we met zijn allen toch vooral eerst kijken of een nieuwe dienst daadwerkelijk nieuwe problemen geeft. Misschien bieden bestaande regels voldoende soelaas om nieuwe diensten in goede banen te leiden, als dat al nodig is. We moeten nieuwe ontwikkelingen, zoals het massaal delen van diensten en producten, vooral niet smoren in meer regels zoals de Staatscourant laatst meldde.

Niet alle initiatieven blind omarmen
Natuurlijk, we moeten zeker niet als een kip zonder kop achter de vernieuwers aanlopen. Het lijkt er nu echter op dat veel mensen onmiddellijk in een kramp schieten als er zich weer een nieuwe ontwikkeling aandient, waarop vervolgens juristen en regelgevers gemobiliseerd worden om toch vooral te voorkomen dat het 'nieuwe' voet aan de grond krijgt. Het moet niet zo ver komen dat de vernieuwers zich gaan terugtrekken: daar wordt niemand wijzer van. We moeten disruptieve technologie niet bestrijden met disruptief recht. Een aantal leidende figuren in Silicon Valley speelt reeds met het idee van een parallelle maatschappij. Google-man Larry Page heeft al eens geroepen dat hij een deel van de wereld apart wil zetten om als techneut veilig nieuwe dingen te kunnen uitproberen. Een andere techno-rijkaard, Tim Draper, wil Californië opdelen in zes staten. Vervolgens moeten mensen maar kiezen onder welke regering van welke staat men wil gaan leven en moeten overheden met elkaar concurreren om hun onderdanen te behouden. Onzalige plannen zou ik zeggen. De filmbeelden van de dystopie Panem van de The Hunger Games doemen op bij dit soort gedachtespinsels, afkomstig van miljonairs uit Silicon Valley. Laten we iedereen aan boord houden, de wereld vernieuwen en vooral iedereen daarvan laten profiteren. Ik lijk wel een dominee.