Verplicht NBA-lidmaatschap niet in strijd met negatieve verenigingsvrijheid

Verplicht NBA-lidmaatschap niet in strijd met negatieve verenigingsvrijheid

Bij de Hoge Raad stond de zogenoemde ‘negatieve verenigingsvrijheid’ centraal. Dit is de door art. 11 EVRM gewaarborgde vrijheid om niet verplicht lid te zijn of te blijven van een vereniging. Art. 11 beschermt daarnaast ook de ‘positieve’ vrijheid van vereniging; het recht op vrijheid van vereniging, in ieder geval het recht om met anderen vakverenigingen op te richten en zich bij vakverenigingen aan te sluiten voor de bescherming van zijn belangen. De vraag bij de Hoge Raad was of de wettelijke verplichting voor accountants om lid te zijn van de NBA in strijd is met de negatieve verenigingsvrijheid. De Hoge Raad vindt van niet en oordeelt hetzelfde als het Hof.