Dga terecht aansprakelijk voor onbetaalde VPB bij wegsluizen verkoopopbrengst onderneming

Dga terecht aansprakelijk voor onbetaalde VPB bij wegsluizen verkoopopbrengst onderneming

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat het niet aan haar is te wijten dat het vermogen van de vennootschappen ontoereikend was voor het voldoen van de VPB. Het hof merkt daarbij op dat X betrokken is geweest bij (kort) na de vervreemding verrichte (onzakelijke) handelingen die de verhaalsmogelijkheden van de ontvanger illusoir maakten. X maakt niet aannemelijk dat het vermogen na de vervreemding buiten haar toedoen is verminderd. Verder verklaart het hof de stelling van X, dat de aan de aansprakelijkheidsschuld ten grondslag liggende belastingschulden zijn verjaard, tardief. Deze stelling is namelijk pas ter zitting ingenomen en vergt een nader onderzoek van feitelijke aard. De ontvanger heeft X terecht aansprakelijk gesteld.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).