Een probleem rond het nemo tenetur-beginsel?

Een probleem rond het nemo tenetur-beginsel?

Wie de rechtspraak van het EHRM over het nemo tenetur-beginsel vergelijkt met die van Nederlandse bodem, moet bemerken dat er eigenlijk één olifant in de kamer is. Iedereen is het er immers wel over eens dat een verdachte niet tegen zijn wil hoeft te verklaren, of in ieder geval die verklaring dan niet in punitieve zin tegen zich mag zien worden gebruikt; dat van een verdachte tegen diens wil (lichaams)materiaal mag worden afgenomen (volgens een behoorlijke procedure), en dat de verklaringsvrijheid niet via ingenieuze opsporingsmethoden—die neerkomen op informele verhoren zonder de procedurele waarborgen—mag worden geschonden. Over de interpretatie van wils(on)afhankelijk materiaal lopen de oordelen echter nogal uiteen.