Een apothekersassistente werkte voornamelijk achter de balie van een ziekenhuis. Zij bedekt in verband met haar geloof al jarenlang haar onderarmen. Door strenger toezicht door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) verzoekt het ziekenhuis de assistente — met het oog op een optimale infectiepreventie — om haar kleding hierop aan te passen. Dit weigert zij. Werkgever verzoekt met succes om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op de f-grond (gewetensbezwaar). Vaststaat dat indirect onderscheid naar godsdienst wordt gemaakt. In geschil was of voor het gemaakte onderscheid desondanks rechtvaardiging bestond.