Een uitspraak over de toepassing van het evenredigheidsbeginsel bij gebonden besluiten, dat wil zeggen: besluiten waarbij het rechtsgevolg volgt uit het wettelijk voorschrift waarop het berust. Bij zulke besluiten geeft het wettelijk voorschrift het bestuursorgaan geen ruimte om een nadere belangenafweging in te maken.
Echter, ook bij gebonden besluiten kan het nodig zijn om onverhoopt harde gevolgen van een wettelijk voorschrift te repareren. Daarom oordeelt het CBb dat het evenredigheidsbeginsel per heden van toepassing is op gebonden besluiten.
Met de onderhavige uitspraak zijn er nu drie principiële uitspraken van een grote kamer van een hoogste bestuursrechter over het evenredigheidsbeginsel. De eerste twee kwamen van de Raad van State in 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:385) en 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:772). In de uitspraak van het CBb worden die twee uitspraken op een paar punten nader ingevuld én wordt eerdere rechtspraak over exceptieve toetsing uitgewerkt.