Boete voor verhuur van appartementen aan toeristen in Zandvoort

Boete voor verhuur van appartementen aan toeristen in Zandvoort

Eigenaren verhuurden hun woningen verhuurd aan toeristen zonder dat zij daarvoor een vergunning hadden en kregen daarvoor boetes van de gemeente. De rechtbank Noord-Holland vernietigde deze boetes en oordeelde daarbij dat artikel 15 van de Huisvestingsverordening onverbindend was. Daar was de gemeente het niet mee eens.
Volgens de gemeente eist artikel 15 van de gemeentelijke huisvestingsverordening dat alle woningeigenaren in Zandvoort een vergunning aanvragen als zij hun woning aan toeristen willen verhuren. Zonder vergunning een woning verhuren kan leiden tot een boete, zoals de eigenaren in deze zaak hebben ondervonden. De rechtbank Noord-Holland oordeelde dat de gemeente alleen alle woningen in de gemeente als vergunningplichtig mag aanmerken als dat "noodzakelijk en geschikt is voor het bestrijden van onevenwichtige en onevenredige effecten van schaarste aan goedkope woonruimte." Volgens de rechtbank had de gemeente niet de schaarste aan woonruimte, maar de leefbaarheid in de gemeente als reden opgegeven. En dat zou niet voldoen aan de eisen die de Huisvestingswet stelt. Daarom verklaarde de rechtbank artikel 15 van de gemeentelijke huisvestingsverordening onverbindend.
De Afdeling bestuursrechtspraak komt tot een andere conclusie.