In dit arrest beantwoordt het Hof van Justitie EU enkele prejudiciële vragen van de Afdeling bestuursrechtspraak. De Afdeling wilde weten of het vastzetten van een EU-burger (in casu een Pool) is toegestaan op grond van de Europese Verblijfsrichtlijn.
De zaak draait om een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zij besloot dat de Pool Nederland binnen 28 dagen uit moest, omdat hij hier niet rechtmatig verbleef. De man heeft hieraan gevolg gegeven, maar na een kort verblijf in Duitsland is hij weer teruggekomen naar Nederland. De staatssecretaris heeft hem vervolgens vastgezet om er zeker van te zijn dat hij het land daadwerkelijk zou gaan verlaten. Dat was niet onrechtmatig.