Derde uitspraak over huur bedrijfsruimte en corona: in dit geval geen opschorting

Derde uitspraak over huur bedrijfsruimte en corona: in dit geval geen opschorting

De rechter erkent in dit kort geding, in navolging op uitspraken van de Rechtbank Noord-Nederland en de Rechtbank Gelderland, dat een wettelijk voorschrift dat het gebruik van het gehuurde verbiedt of inperkt—zoals de COVID-19 noodverordening—op zichzelf een gebrek kan opleveren, maar vindt dat dat in casu niet het geval is. Volgens de rechter was het café in kwestie op grond van de toepasselijke algemene bepalingen zelf verantwoordelijk voor de vergunningen die zij voor de uitoefening van het bedrijf nodig had. Dit betekent dat het risico van gedwongen sluiting contractueel bij de uitbater lag, zodat sluiting geen gebrek kon opleveren.