Resultaten 71 - 80 van 6212
| 71 | ECLI:NL:HR:2009:BI4209 Hoge Raad, 10-07-2009 / 07/13308 (burgerlijk procesrecht, aansprakelijkheid werkgever) In 2002 hebben het Europees parlement en de Raad Richtlijn 2002/73/EG uitgevaardigd. In Richtlijn 2002/73/EG, zoals herschikt bij Richtlijn 2006/54/EG, wordt seksuele intimidatie omschreven als een vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie, welk gedrag als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast. In 2006 is de definitie van het begrip 'seksuele intimidatie' - ter uitvoering van Richtlijn 2002/73/EG - opgenomen in de... |
|---|---|
| 72 | ECLI:NL:HR:2011:BQ3519 Hoge Raad, 08-07-2011 / 10/00430 (aansprakelijkheid werkgever) Arbeidsrecht. Schade werknemer als gevolg van blootstelling tijdens uitoefening werkzaamheden aan voor de gezondheid gevaarlijke concentratie van stoffen. Stelplicht en bewijslastverdeling. Ingevolge art. 7:658 lid 2 BW dient de werknemer te stellen en zo nodig te bewijzen gedurende zijn werkzaamheden te zijn blootgesteld aan voor de gezondheid gevaarlijke stoffen en aannemelijk te maken dat hij lijdt aan een ziekte of gezondheidsklacht die door die blootstelling kan zijn veroorzaakt (vgl. HR 17... |
| 73 | ECLI:NL:HR:2015:39 Hoge Raad, 09-01-2015 / 13/05569 (arbeidsovk overig) In de zaak Coenraad/Heesen Yachts Builders staat een bekend dilemma centraal. De werkgever (in casu Heesen Yachts Builders) heeft reeds tweemaal de tijdelijke arbeidsovereenkomst met zijn werknemer (in casu Coenraad) verlengd en is op zich bereid de werknemer opnieuw een arbeidsovereenkomst aan te bieden, maar niet voor onbepaalde tijd. Een derde verlenging (het vierde contract) sorteert evenwel juist dit – door werkgever ongewenste – effect. Artikel 7:668a van het Burgerlijk Wetboek (BW)... |
| 74 | ECLI:NL:HR:2015:2722 Hoge Raad, 18-09-2015 / 14/00189 (arbeidsrecht overig, overheidsprivaatrecht) Onrechtmatige overheidsdaad. Wetgeving in formele zin. Implementatie van een Europese richtlijn. Recht op vakantie. Een werknemer vordert schadevergoeding van de Staat op de grond dat een Europese richtlijn over het recht op vakantie te laat is geïmplementeerd in het Burgerlijk Wetboek. HR: Is wetgeving in formele zin in strijd met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van internationale volkenrechtelijke organisaties, dan is het uitvaardigen en handhaven van... |
| 75 | ECLI:NL:HR:2019:1869 Hoge Raad, 29-11-2019 / 18/02224 (arbeidsovk overig) Fair Play: Het komt in de praktijk regelmatig voor dat werkgevers arbeidsvoorwaarden willen wijzigen, al dan niet met een beroep op een eenzijdig wijzigingsbeding. Op 29 november 2019 heeft de Hoge Raad arrest gewezen over de rechtsvraag welke benaderingswijze leidend is voor de beoordeling of de werkgever een zwaarwichtig belang heeft bij het eenzijdig wijzigen van arbeidsvoorwaarden conform art. 7:613 BW. |
| 76 | ECLI:NL:HR:2008:BC0384 Hoge Raad, 28-03-2008 / C06/269HR (arbeidsovk overig) Philips/Oostendorp: Schriftelijkheidsvereiste bij concurrentiebeding. Een concurrentiebeding is geldig als het schriftelijk is overeengekomen en de werknemer bij het aangaan meerderjarig is. Een beding dat alleen in een cao voorkomt, is niet geldig. Vaak wordt de vraag gesteld of een concurrentiebeding geldig is als het in een arbeidsvoorwaardenregeling voorkomt en de werknemer zich met die regeling schriftelijk akkoord verklaart. |
| 77 | ECLI:NL:HR:2009:BI9633 Hoge Raad, 02-10-2009 / 07/13487 (cao) Spijker/Van Stiphout’s Drankencentrum: Uitleg CAO. Strekking ATV. ATV-regelingen zijn in het algemeen in het leven geroepen om arbeidsplaatsen te creeëren en niet zoals de vakantieregeling, om de werknemer betaald verlof te verschaffen. De wettelijke bepalingen betreffende vakantiedagen zijn niet van toepassing, ook niet naar analogie. Voor het antwoord op de vraag of de werknemer aanspraak kan maken op een vergoeding voor niet genoten ATV-dagen, is in beginsel bepalend wat partijen te dien... |
| 78 | ECLI:NL:HR:2019:55 Hoge Raad, 18-01-2019 / 18/01028 (arbeidsovk ontslag op staande voet) Mogelijkheid bestaan van dringende reden te bewijzen in vernietigingsprocedure (art. 7:681 lid 1, onder a, BW) en daarbij nieuwe bewijsmiddelen te gebruiken. |
| 79 | ECLI:NL:HR:2022:63 Hoge Raad, 21-01-2022 / 20/04151 (arbeidsovk einde) Een langdurig arbeidsongeschikte werkneemster met een ‘slapend dienstverband’ verzoekt haar werkgever in te stemmen met een beëindigingsvoorstel conform HR 8 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1734 (Xella). De werkgever stelt de voorwaarde dat de werkneemster finale kwijting verleent. Hoge Raad: 1. Ontbinding arbeidsovereenkomst op verzoek werknemer. Ernstig verwijtbaar handelen. Onderling verband en samenhang. Bij de beoordeling of de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van... |
| 80 | ECLI:NL:HR:2020:213 Hoge Raad, 07-02-2020 / 18/04977 (arbeidsovk overig) Bedrog-beschikking: In dit artikel bespreken de auteurs de 'bedrog-beschikking' van de Hoge Raad. Zij gaan aan de hand van deze beschikking in op de vraag welke ontslagbescherming een werknemer toekomt wiens arbeidsovereenkomst met een beroep op bedrog wordt vernietigd. Daartoe onderzoeken zij hoe (buitengerechtelijke) vernietiging van de arbeidsovereenkomst wegens bedrog zich verhoudt tot de bescherming van het ontslagrecht. Ze onderzoeken vervolgens of, en zo ja, in hoeverre, de discrepanties... |
Resultaten 71 - 80 van 6212